Waar de bewoners van het Johann Straussplein vorig jaar nog werden geteisterd door tientallen taxuskevers, lijkt het dit jaar behoorlijk mee te vallen met de overlast. De insecten laten zich nauwelijks zien en van een plaag lijkt geen sprake meer. 

Toch schrok bewoonster Astrid Stehouwer zich een hoedje toen ze begin dit jaar met haar hond over straat liep. “Toen was het ook een beetje warm en liep ik naar de overkant en toen zag ik zie ineens weer zitten. Ik telde er toen ongeveer zestien per woning. Daarna heb ik gelijk foto’s genomen en de gemeente gebeld.” Astrid hoopte dat de gemeente snel zo ingrijpen, maar dat bleek niet nodig. “Ik ben niet teruggebeld, maar wonder boven wonder zijn alle kevers nu weg.”

Mysterie

Volgens Astrid blijft het een mysterie waarom de kevers zo plotseling verdwenen zijn. “Ik kan alleen maar speculeren. Mijn speculaties baseren zich op een aantal bosjes waar ze inzitten echt dood zijn. Die larven eten aan de wortels, dus dat zou een reden kunnen zijn dat er veel dode bosjes zijn waardoor larven geen eten krijgen en zich niet kunnen ontpoppen tot kever” Daarnaast kan het volgens Astrid ook te maken hebben met het aantal vogels dat toeneemt. “Die zie je hier steeds vaker. Die vreten misschien de kevers van de ramen en de spullen af.” 

Bloempot, het weer en roofdieren

Aglaia Bouma is entomoloog en houdt zich als deskundige bezig met het insectenrijk. Volgens Bouma kunnen verschillende factoren invloed hebben op de populatie kevers aan het Johann Straussplein. “Het kan door van alles komen. Het weer bijvoorbeeld. Of roofdieren die de kever hebben ontdekt, of parasieten. Je kan zelfs denken aan een bloempot waar massaal eitjes in zijn gelegd. Als degene met de bloempot is verhuisd -ik noem maar even wat- dan zijn ze allemaal ineens weg.”

Na aanleiding van de klachten van vorig jaar heeft de gemeente Schiedam nestkastjes geplaatst. Ook dat kan volgens Bouma invloed hebben gehad op de populatie. “Vogels zullen ze zeker lusten.” Of de kevers ooit in groten getale zullen terugkeren blijft de vraag. “Niet in één keer een piek, meestal gaat dat relatief langzaam, maar het kan zeker dat het weer wat naar boven gaat.”