door Nick van Herk
Anouk van Mil, Cilia Batenburg en Marco Jongeneel zijn de nieuwe kwartiermakers van Schiedam. De komende periode zullen zij de stad intrekken om ideeën van Schiedammers te verzamelen voor het vieren van 750 jaar Schiedam. Een evenement wat toegankelijk moet zijn voor alle Schiedammers.
“Het voormalige kantoor van 5890 wordt het grote feestkantoor voor 750 jaar Schiedam”, vertelt Cilia Batenburg. Vanuit het kantoor in de Boterstraat zullen de drie Schiedamse kwartiermakers gaan opereren. Ideeën van alle Schiedammers zullen verzameld worden in het pand. Batenburg: “Alles wat we ophalen uit de stad krijgt hier ook echt een plekje op de wand. Het is een ruimte die echt gaat leven. We gaan ook mensen vragen om hiernaartoe te komen om de wensen te inventariseren.”
‘Lukraak aanbellen’
De kwartiermakers hebben zes maanden de tijd om de plannen uit de stad te verzamelen en te bundelen in een raamwerk. Volgens Marco Jongeneel worden Schiedammers op verschillende manieren benaderd om hun ideeën te delen met de kwartiermakers. “Zowel in de analogiteit als digitaal. We gaan proberen om zo veel mogelijk mensen online te vinden. Mensen die online niet te vinden zijn gaan we opzoeken. We gaan ook lukraak aanbellen. We gaan langs organisaties en we proberen niemand uit te sluiten.”
Volgens burgemeester Cor Lamers is het een uitkomst dat er niet één, maar juist drie kwartiermakers zijn aangesteld. “Het zijn Schiedammers die hun sporen ruim hebben verdiend, betrokken zijn bij de stad en een netwerk hebben met diversiteit en inclusie.”
De kwartiermakers zullen naast de gebruikelijke organisaties ook de ‘unusual suspects’ benaderen om op die manier zoveel mogelijk ideeën te bundelen. Batenburg: "We kunnen natuurlijk niet alle Schiedammers spreken, maar we kunnen wel aan mensen vragen of ze het voor ons willen vragen. Zo krijg je een rimpeleffect. Je zal dan nog steeds niet iedere individu spreken, maar zo hoop je eigenlijk een heel mooi allegaartje te krijgen van allerlei ideeën, allerlei gemeenschappen en allerlei groepen en leeftijden.”
