Verdachten van ‘pistool-in-mond-beroving’ blijven langer vast: ‘Ik ga met 1600 euro op zak toch niemand beroven?’

De verhalen van het slachtoffer en de twee verdachten, de 34-jarige Benjamin C. en de 42-jarige Brian H., lopen nogal uiteen. Volgens het slachtoffer is hij op straat mishandeld, geslagen met een vuurwapen en is er een pistool in zijn mond gedrukt. Volgens C. en H. had de man op straat een discussie met de zusjes van C. en greep H. daarop in. Benjamin C. zou de kemphanen alleen maar uit elkaar gehaald hebben.

Distantiëren

Tijdens de schermutselingen op straat hoort een getuige het slachtoffer roepen: “Blijf van mijn tas!” Volgens de advocaat van Benjamin C. zegt dat helemaal niks. “Ze waren ook in de meerderheid. Als ze die hadden mee willen nemen, dan was dat wel gelukt. Er wordt op de beelden ook niet gezien dat er aan de tas wordt getrokken.”

De advocaat van C. bepleit ook dat hij eigenlijk niks van doen heeft met de ruzie. Het waren weliswaar zijn zusjes waarnaar ze op weg waren, maar hij was niet degene die ruzie had met de man. Dat zou Brian H. zijn geweest. “Op de beelden zien we hem het slachtoffer wegduwen, maar niet slaan. De aangever valt zijn zusjes lastig. Die zusjes heeft hij al weggestuurd. Het kan zo zijn dat de aangever is geslagen, maar meneer C. heeft zich daarvan gedistantieerd. Bij het eerste onderzoek is ook niks te zien op zijn knokkels.”

1.600 euro

Benjamin C. zegt zich ook niks te herinneren van een pistool. Zijn DNA wordt ook niet op het vuurwapen aangetroffen. “Er was een ruzie, ik heb die gasten uit elkaar getrokken en toen ben ik weer in de auto gaan zitten”, vertelt hij in de rechtbank tijdens de pro formazitting waarin vooral de voorlopige hechtenis van beiden heren werd besproken.

Hoorbaar boos voegt hij eraan toe dat de aangever ook wat te verwijten valt in zijn optiek. “Toen ik ze uit elkaar probeerde te halen, bleef die meneer maar terugkomen. Wie is er dan de agressor? Ik had 1.600 euro op zak. Dan ga ik toch niet iemand beroven?”

Na de ruzie, dan wel beroving, rijden de mannen weg. Later op de avond wordt de auto gesignaleerd door agenten van het Team Parate Eenheid bij Rotterdam Slinge. De verdachten slaan op de vlucht, maar worden bij de Langenhorst aangehouden, nadat de politie eerder al een waarschuwingsschot had gelost. Daar blijkt dat op de plek waar H. zat een pistool ligt. Op dat pistool, vooral om de buitenkant en aan de binnenkant van de loop, wordt DNA van het slachtoffer aangetroffen.

‘Als ik Hollander ben, was ik allang vrij’

Voor het Openbaar Ministerie is dat gegeven hét bewijs dat het pistool uit de auto is geweest en in de mond van het slachtoffer is gezet. “Het pistool is dus wel degelijk uit de auto geweest. Dat DNA kan er niet zomaar op komen, plus het is het hoofdprofiel op die plekken”, waarbij de Officier van Justitie hint dat het DNA-spoor op de loop er niet indirect via de verdachten kan zijn gekomen.

De rechters van de rechtbank Rotterdam besluiten dat de twee verdachten hun proces in de cel moeten afwachten. En dan ontstaat er tumult in de zaal. Benjamin C., dreigt namelijk zijn huis te verliezen en trapt stampij. “Denkt u nou echt, wij zijn Antilianen, en we zien een Turk en die pakken we aan. Als ik Hollander ben, was ik allang vrij.” Rechter: “Van die insinuatie ben ik niet gediend.” C.: “Ik raak alles kwijt, mijn huis mijn kinderen, alles.”

De zaak wordt op 9 januari inhoudelijk behandeld.