Schiedam - Morgen verschijnt er een advertentie in de krant waarmee Schiedammers gedurende een week gratis toegang hebben tot het vernieuwde museum. 

Zaterdag heropent het museum na een grondige verbouwing. Door de vernieuwingsslag kunnen bezoekers op een moderne manier kennis opdoen van het eeuwenoude drankje “Op deze manier maken we onze naam als hét kenniscentrum van jenever in Nederland wel waar”, zei een trotse directeur Marjolein Beumer eerder.

Heerlijke geuren van grondstoffen die de basis van jenever vormen, komen je bij binnenkomst van de eerste zaal tegemoet. Je ruikt alle kruiden en botanicals die te vinden zijn in de vijf meter lange bar die de zaal siert. Niet alleen de grondstoffen voor jenever zijn hier te vinden, ook die van whisky en gin. Wie klaar is met ruiken, kan verderop aan de bar meer leren over de verschillen én overeenkomsten tussen gin, vruchtenjenever, jonge jenever, oude jenever, korenwijn, moutwijnjenever en whisky. Ook vind je hier serveertips én uitleg in welk glas de drankjes het best tot hun recht komen. Echt zoals de stoker ze bedoeld heeft.

Op de tweede verdieping in de laatste zaal, vind je een parade van bijna honderd verschillende jeneverreclames en marketinguitingen door de jaren heen. Bekijk nog eens de spraakmakende jenevercampagnes van Nolet of Ketel1 uit de jaren ’50 of een karakteristieke lichtbak van Hooghoudt uit de jaren ’80.  

De Walvisch en Escaperoom

Naast de vernieuwde zalen, is er natuurlijk meer te zien in het Jenevermuseum. Zo wordt er regelmatig door stokers en vrijwilligers uitleg gegeven over het stookproces van jenever in de Branderij ‘De Gekroonde Brandersketel’. Ook zijn er op gezette tijden proeverijen en kan er een bezoek gebracht worden aan museummolen en -winkel De Walvisch. Voor de avonturiers behoort een bezoek aan de jeneverescaperoom ook tot de mogelijkheden.

Over het Jenevermuseum

Het Nationaal Jenevermuseum Schiedam is gevestigd in een voormalige moutwijnbranderij en distilleerderij in Schiedam. Vanwege de rijke jeneverhistorie is deze stad geheel terecht benoemd als jeneverhoofdstad van de wereld en wordt tegenwoordig ook steeds vaker ‘Distillers District’ genoemd. Dat heeft te maken met de initiatieven die vanuit de traditionele branche worden genomen om nieuwe, smaakvolle jenevers (en gins) te ontwikkelen. In het museum zijn regelmatig jeneverstokers actief die museumbezoekers alle ins en outs bijbrengen van het jeneverstoken.