Amsterdam - In het nieuwe boek van de Amsterdamse misdaadjournalist Jan Meeus, ‘De Schiedamse Cocaïnemaffia’, komen veel Schiedamse namen voor. “De titel van het boek is ontstaan aan de hand van een groep mannen die betrokken zijn bij een grote cocaïne zaak en voor een deel in Schiedam geboren zijn”, aldus Jan Meeus in een interview op SCHIE FM.
Een van deze namen is Dennis van den Berg. Van den Berg was het eigenlijke doelwit van de liquidatie in 2014 waarbij GGZ directeur Rob Zweekhorst per vergissing voor van den Berg werd aangezien. “Dennis komt uit Schiedam. Een van zijn maatjes, René Franken komt ook uit Schiedam. En een aantal andere hoofdrolspelers in dit verhaal hebben die hebben een tijd lang in Schiedam gewoond”, vertelt Jan Meeus.
Het verhaal begon voor Jan Meeus met de arrestatie van douanier Gerrit Groenheide, die werkte in de Rotterdamse Haven. In 2015 werd Gerrit aangehouden in zijn woning en bij de daaropvolgende huiszoeking vond de politie in zijn keuken 1,2 miljoen euro aan contanten in een boodschappentas. “Hoe komt een douanier met een modaal salaris en een gewoon leven zomaar aan 1,2 miljoen aan contanten? Dat wekte bij mij nieuwsgierigheid en ik dacht: “dat moet ik uit gaan zoeken”.” Het heeft wel een tijd geduurd voordat het een boek werd. Jan Meeus was eerst bezig met zijn biografie over Willem Holleeder. Hierna is hij de rechtszaken gaan volgen en alles hieromheen. Dit alles heeft ruim 2 jaar geduurd. “Toen was ik een keer bij Met Het Oog Op Morgen, het radioprogramma op Radio 1 tussen 11 en 12 ’s avonds. En toen zei de presentator van dat programma, Max van Weezel, onlangs overleden, “je moet er een boek over maken.”
“Als zo’n gevierd journalist als Max van Weezel dat zegt dan moet ik daar maar eens over na gaan denken. Toen heb ik mijn uitgever gebeld en die vond het ook een goed idee”, vertelt Jan Meeus op SCHIE FM. “Dat was dus eind 2016 en inmiddels zijn we alweer zo’n 2 en een half jaar verder. Ik heb er dus een tijd over gedaan om alles op een rijtje te zetten.”
“Het is een non-fictie boek. Het boek is geschreven in de vorm van 11 portretten. Ik heb van 11 hoofdpersonen in dit verhaal heb ik het levensverhaal geschetst en uitgezocht. En tegelijkertijd vertel ik naast dat levensverhaal hoe deze mensen zich tot elkaar verhouden”, vertelt Jan Meeus. Hiernaast wordt ook uitgelegd hoe de douane nu eigenlijk werken, wat de cocaïnehandel inhoud, hoeveel geld er mee is gemoeid en wat de politie doet in verband met de met de opsporing. “Dat is wel zo, het gaat over cocaïnehandel, maar het gaat ook over zwaar geweld. Want er zijn in deze zaak tenminste twee mensen geliquideerd.”
“Daarnaast heb je, ik denk dat veel Schiedammers zijn naam wel kennen, dat is een man die heet Cock Steenbergen. Dat is een man die heeft het grootste deel van zijn leven in Schiedam gewoond”, aldus Jan Meeus. “Die speelt op de achtergrond in dit verhaal ook nog een grote rol. En ook dat is een Schiedammer. Dus vandaar dat ik altijd weer terug kwam, in mijn zoektocht naar wat ‘is er nu allemaal gebeurd en hoe zit dat in elkaar?, kwam ik toch heel vaak weer in Schiedam terecht”. “Op een gegeven moment moet zo’n boek een naam krijgen en toen kreeg het dus ‘De Schiedamse Cocaïnemaffia’”, vertelt Jan Meeus.
