advertentie
zaterdag 20 juni 2020 12:35

32 lokale D66 fracties in Zuid Holland vinden coronanoodwet onnodig

32 D66-fracties uit Zuid-Holland hebben op 19 juni het onderstaande standpunt ingenomen over de geplande corona-noodwet. Namens D66 Schiedam heeft Jarle Lourens, woordvoerder veiligheid binnen de fractie, dit statement ondertekend. "Minister De Jonge heeft op 19 juni laten weten dat de Tijdelijke wet Covid-19 niet op 1 juli ingaat. De lokale fracties van D66 in Zuid Holland zien geen noodzaak voor de beoogde corona-wet. De wet creëert een directe lijn tussen maatregelen van ministers en de uitvoering daarvan door burgemeesters, dat achten wij ongewenst.'

Schiedam - 32 D66-fracties uit Zuid-Holland hebben op 19 juni het onderstaande standpunt ingenomen over de geplande corona-noodwet. Namens D66 Schiedam heeft Jarle Lourens, woordvoerder veiligheid binnen de fractie, dit statement ondertekend.

"Minister De Jonge heeft op 19 juni laten weten dat de Tijdelijke wet Covid-19 niet op 1 juli ingaat. De lokale fracties van D66 in Zuid Holland zien geen noodzaak voor de beoogde corona-wet. De wet creëert een directe lijn tussen maatregelen van ministers en de uitvoering daarvan door burgemeesters, dat achten wij ongewenst.

Het kabinet eigent zichzelf verregaande macht toe en de wet ontbeert een solide juridische basis voor het inperken van grondrechten als de vrijheid van vereniging. Met de wet kunnen ministers buiten de Kamer om besluiten tot het verbieden van evenementen, het sluiten van scholen en ondernemingen en openbaar vervoer. Het is een blanco volmacht voor ministers om zelf corona-maatregelen af te kondigen. Het parlement en de democratie staan daarbij buitenspel alsof we teruggaan naar koning Willem I die ook per decreet regels maakte. Met de directe lijn tussen de maatregelen van de minister en uitvoering door de burgemeester staat ook de gemeenteraad buitenspel.

De Raad van State, Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden, Douwe Jan Elzinga, hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, de Nederlandse Orde van Advocaten en onder andere ook de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen hebben grote zorgen over de beoogde wet. De grondrechten worden onvoldoende gewaarborgd. Zowel de Eerste en Tweede Kamer maar ook de gemeenteraden hebben veel te weinig invloed. De looptijd is veel te lang. En wanneer een minister zelfstandig belangrijke wettelijke regels op gaat stellen is dat in strijd met de basisprincipes van de democratische rechtsstaat, dat is immers de taak van het parlement. Onnodig bovendien, er zijn prima alternatieven. Het kabinet kan zich nu al macht toe-eigenen door de uitzonderingstoestand uit te roepen en het parlement kan daar dan in ieder geval nog weer een einde aan maken.

Maar een verdere uniformering van de noodmaatregelen is ook niet langer nodig. Nu de verspreiding in beeld en onder controle lijkt kan er beter worden teruggevallen op lokale noodverordeningen, met passende uniformering op basis van RIVM richtlijnen, plaatselijk maatwerk en democratische legitimatie.
Als democraten en vertegenwoordigers van de lokale politiek vinden wij dat een veel betere werkwijze dan een directe lijn tussen zelfstandig door ministers verordonneerde maatregelen die door onze burgemeesters moeten worden uitgevoerd.".