advertentie
woensdag 02 november 2022 18:19

Verdachte van kinderporno- en identiteitsfraude geeft kwijtraken telefoon de schuld

In een Feyenoordshirtje met een grote negen op de rug zit Wesley V. wat nerveus in het beklaagdenbankje van de Rotterdamse rechtbank. Volgens de Officier van Justitie heeft hij zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno, het dwingen van een minderjarige om erotisch getinte foto’s te maken en identiteitsfraude. Iets dat je op het eerste gezicht niet bij de nogal timide verdachte verwacht.

door Philip van Es

In een Feyenoordshirtje met een grote negen op de rug zit Wesley V. wat nerveus in het beklaagdenbankje van de Rotterdamse rechtbank. Volgens de Officier van Justitie heeft hij zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno, het dwingen van een minderjarige om erotisch getinte foto’s te maken en identiteitsfraude. Iets dat je op het eerste gezicht niet bij de nogal timide verdachte verwacht.

Volgens het Openbaar Ministerie heeft de 23-jarige verdachte in 2019 in Vlaardingen en Schiedam via Snapchat het slachtoffer gecontacteerd onder de naam Joker01010. Per toeval ontdekt de moeder van het destijds 14-jarige meisje het contact met het account dat aan Wesley wordt toegeschreven. Uiteindelijk zet de moeder van het slachtoffer het contact met het account voort en probeert een afspraak te maken. Daarbij was ook de politie, maar de persoon achter het account komt niet opdagen.

Vanaf het account is meermaals gedreigd met onthoofdingsfilmpjes en een foto waarop een vuurwapen is te zien. Zodra de rechters het feitenrelaas doorlopen geeft Wesley constant aan dat hij er niets mee te maken heeft en ook niet weet hoe het zit. Maar het technisch bewijs lijkt overweldigend. Het IP-adres van V. wordt gebruikt, maar ook lijken het telefoonnummer en het IMEI-nummer van de telefoon van V, een uniek nummer dat telefoons van elkaar onderscheidt, te linken aan het account.

Telefoon steeds kwijt

Volgens V. is hij de telefoon, gedurende de periode dat het slachtoffer gevraagd wordt om naaktfoto’s en bedreigd wordt, vaak kwijt. Hij valt weleens uit z’n zak en bij het voetballen vindt hij zijn telefoon weleens zonder reden aan de andere kant van het veld terug.

Op het account lijkt V. zich voor te doen als een oude vriend en achterbuurjongen, Delano. Lange tijd is de politie op zoek naar die Delano, maar na zijn verhoor wordt volgens het OM duidelijk dat Delano niet achter het account zit. Het schijnt dan al bekend te zijn dat er een account in omloop is dat zich voordoet als Delano. Uiteindelijk leiden de technische gegevens de politie naar Wesley V.

Stil

In de rechtszaal blijft V. volhouden van niks te weten. Hij komt met een verhaal dat 'zijn hotspot vaak open staat en vrij toegankelijk is'. Ook het verhaal over het verliezen van de telefoon komt terug, maar daar zit een persoonlijke beveiliging op. Op de vraag hoe het kan dat een ander zijn beveiligingscode weet, heeft V. geen antwoord. Als de rechter vraagt of hij het zelf niet ook een raar verhaal vindt, blijft het gevoelsmatig minuten lang stil.

Daarna gebruikt de moeder haar spreekrecht tijdens de zaak. Zij hield het Snapschataccount een tijd aan de praat en schakelde de politie in toen ze door had wat er met haar dochter gebeurde. Ze spreekt uit dat ze vindt dat V. niet mag wegkomen met het misbruik maken van een meisje van destijds 14 jaar oud. En dat ze trots is op haar dochter, die nog steeds therapie krijgt voor de gebeurtenissen in 2019.

In het verweer trekt de advocaat fel van leer. Volgens hem is helemaal niet bewezen dat alleen V. toegang had tot zijn eigen telefoon. Er waren nog twee anderen die die telefoon weleens gebruikten. Hij spreekt over tunnelvisie bij het OM, omdat er ook nog een ander Snapchat- en Instagramaccount was dat het slachtoffer bedreigde. Daar is volgens de advocaat geen onderzoek naar gedaan. Het Openbaar Ministerie acht de feiten wel bewezen en eist een contactverbod van V. met het slachtoffer, een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van 60 dagen. De rechters doen 16 november uitspraak.