Schiedam - De coronacrisis heeft de Veiligheidsregio nu al bijna 11 miljoen euro gekost. Alleen al de inrichting van Ahoy als tijdelijke zorglocatie (inmiddels wordt deze alweer ontmanteld) kostte ruim 9 miljoen euro.
Sinds de coronacrisis in volle hevigheid is losgebarsten, verkeren de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) en GGD in een continue crisisstand. 'Medewerkers van de VRR en de GGD stellen alles in het werk om invulling te geven aan de maatregelen van het kabinet, persoonlijke beschermingsmiddelen te verzamelen, zorglocaties in te richten en de bevolking continu op de hoogte te houden van de meest actuele ontwikkelingen rondom de bestrijding van het virus' aldus de Veiligheidsregio in het First Impression Report inzake coronavirus.
'Inmiddels zijn we bijna twee maanden verder sinds de opschaling naar GRIP-4. Nu is het moment gekomen voor een eerste bezinning: wat is er gebeurd sinds de start van deze crisis in de regio? Het First Impression Report bevat een eerste snelle scan van de werkzaamheden van de crisisorganisatie aangaande de bestrijding van het coronavirus in Rotterdam-Rijnmond. De scope van het rapport reikt vanaf de start van het eerste OMT GGD op 21 januari 2020 tot en met de vaststelling van de noodverordening van 29 april. Het rapport is uitdrukkelijk geen evaluatie, deze zal extern worden uitgevoerd door het COT. Wel bevat het rapport een doorkijk naar de situatie voor de crisisorganisatie voor de komende tijd.'
'De crisisstructuren zijn en worden op de proef gesteld, regionale samenwerking heeft een vlucht genomen. Daarbij heeft iedereen die betrokken is een Rotterdamse mentaliteit tentoongespreid: “niet lullen, maar poetsen”.' aldus de Veiligheidsregio in het rapport.
Naar het zich laat aanzien gaat deze crisis nog lang duren. 'Door het Algemeen Bestuur van de VRR zijn vragen gesteld over de langere termijn:in hoeverre blijft de situatie met een GRIP-4 van kracht en hoe werken we toe naar een nieuwe normaal?
De huidige maatregelen zijn in een acute, onvoorziene crisissituatie tot stand gebracht in de vorm van opeenvolgende noodverordeningen. Deze vormen een voor de ontstane crisissituatie belangrijk en noodzakelijk juridisch kader.Landelijk wordt gesproken over het inrichten van een kaderwet met daarin de algemeen geldende regels zoals het houden van 1,5 meter afstand. Op het moment van schrijven is hier nog geen besluit over genomen.
Het Veiligheidsberaad heeft op 29 april jl. aangegeven dat het goed is dat hierover wordt nagedacht, maar dat het uitgangspunt de bestrijding van COVID-19 moet blijven. Zelfs als de crisissituatie wordt opgeheven blijven diverse crisis-en nafaseprocessen noodzakelijk, zoals de monitoring van de virusspreiding, zorgcapaciteit, maar ook voor de socio-economische effecten die de coronacrisis met zich meebrengt.'
